Hoogsensitiviteit bij kinderen krijgt in Nederland steeds meer aandacht. Steeds vaker melden ouders zich bij scholen, huisartsen en de GGZ omdat hun kind “anders” reageert: sneller overprikkeld, gevoeliger voor emoties, en intens in beleving. Maar wat gebeurt er als hooggevoeligheid de spreekkamer binnenkomt? Helpt dat kinderen verder, of lopen ze juist risico om onterecht een label te krijgen?
Kinderen die alles voelen
Een hooggevoelig kind merkt meer signalen op uit de omgeving: gezichtsuitdrukkingen, geluiden, spanningen in de klas. Dat kan prachtig zijn — ze hebben vaak een sterk inlevingsvermogen en een rijke fantasie. Maar in een schoolomgeving vol lawaai, drukte en prestatiedruk kan dat overweldigend zijn.
Veel ouders herkennen de stress: huilbuien na school, moeite met slapen, spanning rond sociale contacten. Dit is vaak de reden dat ze hulp zoeken.
De GGZ als vangnet — en als poortwachter
In de jeugdzorg en kinder-GGZ komen steeds meer hooggevoelige kinderen terecht. Dat heeft voordelen én risico’s:
- Voordelen
- Er komt professionele aandacht voor overprikkeling, stress en emotionele regulatie.
- Kind en ouders krijgen vaak handvatten: van psycho-educatie tot praktische tips om beter met prikkels om te gaan.
- In sommige instellingen wordt hooggevoeligheid inmiddels serieus genomen als persoonskenmerk dat begeleiding verdient.
- Risico’s
- Omdat hooggevoeligheid géén officiële diagnose is, schuift de GGZ soms richting labels als ADHD, autisme of angststoornis. Dat kan leiden tot een “onnodige stoornis” waar eigenlijk begeleiding rond prikkelgevoeligheid volstaat.
- Jeugdzorgprofessionals en therapeuten zijn niet altijd geschoold in hoogsensitiviteit. Daardoor worden signalen gemist of verkeerd geïnterpreteerd.
- Een kind dat eigenlijk gewoon extra gevoelig is, kan zo onbedoeld in een medisch traject belanden dat meer kwaad dan goed doet.
Cijfers die een beeld schetsen
- 15–20% van de bevolking is hoogsensitief. In een klas van 30 leerlingen zijn dat al snel 4–6 kinderen (Onderwijswereld PO, z.d.).
- Onder scholieren scoort soms wel 30% hoog op sensitiviteitstesten (BabyHelp, z.d.).
- In de jeugdzorg schat men dat bij 1 op de 5 cliënten hooggevoeligheid een rol speelt (Jeugdprofessionals Nederland, z.d.).
- Het aantal kinderen en jongeren dat GGZ-hulp nodig heeft steeg recent van 4% naar 6% — een stijging van 50%, mede door de coronacrisis (Nationale Zorggids, 2023).
Deze cijfers laten zien dat hooggevoeligheid geen niche is. Tegelijk ontbreekt hard onderzoek naar hoeveel kinderen in de GGZ uitsluitend hooggevoelig zijn, zonder bijkomende diagnoses. Daar ligt nog een grote blinde vlek.
Het spanningsveld: ondersteuning versus medicalisering
De kernvraag is of de GGZ kinderen helpt door hun gevoeligheid serieus te nemen — of dat we bezig zijn een normaal persoonlijkheidskenmerk te problematiseren.
Aan de ene kant is er winst: er komt erkenning dat niet ieder kind hetzelfde functioneert in een drukke klas of in onze prikkelrijke maatschappij. Aan de andere kant dreigt het gevaar dat kinderen met een label opgroeien dat hen juist belemmert in hun zelfbeeld en mogelijkheden.
GGZ of coach — wat past beter bij een hooggevoelig kind?
Veel ouders worstelen met de keuze: stap ik met mijn kind naar de GGZ, of zoek ik begeleiding bij een coach die gespecialiseerd is in hooggevoeligheid? Het antwoord hangt sterk af van de situatie.
Wanneer de GGZ passend kan zijn:
- Ernstige klachten aanwezig (angst, depressie, suïcidaliteit, gedragsproblemen).
- Twijfel over andere diagnoses zoals ADHD of autisme.
- Behoefte aan multidisciplinaire behandeling.
Wanneer een gespecialiseerde coach vaak beter werkt:
- Bij ‘puur’ hoogsensitieve kenmerken: overprikkeling, faalangst, gevoeligheid voor sfeer.
- Voor praktische begeleiding rond zelfvertrouwen, prikkelmanagement en schoolaanpassingen.
- Als snelle inzet nodig is (kortere wachttijden).
- Wanneer ouders en kinderen liever zonder medisch label werken.
De middenweg? Coaching als eerste lijn, de GGZ als vangnet bij ernstigere problematiek. Zo blijft de zorg passend en proportioneel.
Praktische tips voor ouders en leerkrachten
- Herken signalen van overprikkeling – zoals vermoeidheid, prikkelbaarheid of terugtrekgedrag na school.
- Creëer rustmomenten – bouw dagelijkse pauzes in zonder schermen of lawaai.
- Bespreek gevoelens open – laat kinderen woorden geven aan wat ze ervaren, zonder oordeel.
- Werk samen met school – vraag om kleine aanpassingen zoals een rustige werkplek of kortere opdrachten.
- Focus op kracht – benadruk de positieve kanten van gevoeligheid: empathie, creativiteit, detailwaarneming.
Goed of slecht?
Dat hooggevoelige kinderen vaker in beeld komen bij de GGZ is dubbel. Het is goed dat ze niet worden genegeerd en dat ouders steun zoeken. Maar het is riskant als gevoeligheid automatisch de route naar een diagnose wordt.
Misschien is de echte uitdaging om de balans te vinden: GGZ waar het moet, coaching waar het kan.
Dus de vraag is: zijn we hooggevoelige kinderen aan het helpen door hun gevoeligheid te erkennen — of aan het schaden door ze onnodig in een GGZ-traject te duwen?
Literatuurlijst (APA-stijl)
BabyHelp. (z.d.). Hoeveel kinderen zijn hoogsensitief? Geraadpleegd op 20 september 2025, van https://babyhelp.nl/vraag-en-antwoord/hoeveel-kinderen-zijn-hoogsensitief
Jeugdprofessionals Nederland. (z.d.). Hoogsensitiviteit in de jeugdzorg. Geraadpleegd op 20 september 2025, van https://www.jeugdprofessionalsnederland.nl/aanbod/hoogsensitiviteit-in-de-jeugdzorg
Nationale Zorggids. (2023, 18 januari). Aantal kinderen en jongeren dat GGZ nodig heeft stijgt met 50 procent. Geraadpleegd op 20 september 2025, van https://www.nationalezorggids.nl/sections/ggz/articles/59213-aantal-kinderen-en-jongeren-dat-ggz-nodig-heeft-stijgt-met-50-procent
Onderwijswereld PO. (z.d.). Hoogsensitief, wat is dat? Geraadpleegd op 20 september 2025, van https://www.onderwijswereld-po.nl/begaafdheid/hoogsensitief-wat-is-dat
Reacties